Laatst gewijzigd op: 31-05-2023 om 17:51 uur
Column: Praten over gevoelens
Toen dat ons werd gemeld kwam dat hard binnen. Het was onwezenlijk. We hadden er geen woorden voor en iedereen zweeg er over. Leraren vonden het kennelijk ook niet makkelijk om het bespreekbaar te maken wat er aan de hand was en daarvan met elkaar te kunnen leren. We bleven in verwarring achter en met lege handen staan. In mijn hoofd bleef ik ermee puzzelen en ik kan mij nog goed herinneren dat toen psychiater Jan Mokkenstorm zich sterk ging maken voor de aanpak Zero Suïcide, deze herinnering direct bij mij naar boven kwam. Het motiveerde mij om er samen met collega’s van Ingeest werk van te maken.
Bespreekbaar maken
We hebben ons aangemeld om in Kennemerland een proeftuin in te richten om te onderzoeken wat doeltreffende interventies zouden zijn. Alles met de bedoeling om dit lastige onderwerp op alle niveaus bespreekbaar te maken en iets te bedenken wat zou helpen. We hebben destijds een breed opgezet programma Mental Health opgezet waarin hulpverleners een training kregen aangeboden om in een eerder stadium dit type problematiek te herkennen, bespreekbaar te maken en een concreet hulpaanbod te doen. Alles om het aantal suïcides en –pogingen terug te dringen. Vanuit de droom dat in Kennemerland en Haarlemmermeer iedereen zich happy voelt en niemand radeloos en eenzaam sterft door zelfdoding. Al langer dragen we daarmee de slogan ‘Praten helpt’ uit. Een uitnodiging die moeilijker is dan het soms lijkt.
Campagne Hey, het is oké
Het is aan ons en de andere organisaties om dergelijke initiatieven door te ontwikkelen en jou als inwoner daarin mee te nemen. Maar het is aan ons allemaal om ervoor te zorgen dat we het praten over onze gevoelens normaal maken. Daarvoor bestaat onder meer de campagne “Hey, het is oké”. Die stimuleert jongeren met beginnende mentale klachten te praten over hoe ze zich voelen. En, geeft tips hoe je dit kunt doen. Maar die tips zijn voor iedereen bruikbaar. Hoe voel jij je vandaag? Spreek het uit.
Column van Directeur Publieke Gezondheid Bert van de Velden.